Op het gebied van (stedelijk) groen, zijn er de laatste jaren veel trends en ontwikkelingen gaande. Te denken valt aan de steeds vaker opduikende stadslandbouw-projecten (urban farming), waarbij gestreefd wordt voedsel zo dicht mogelijk bij de burger te verbouwen. Een andere trend is het zogenaamde ‘guerilla gardening’, waarbij groen geplant wordt in de openbare ruimte.
Over het algemeen zien we de ontwikkeling dat het groen en ook de aanleg en het onderhoud ervan steeds dichter bij de burger komt te staan. Veel gemeenten stimuleren hun inwoners om zelf – in lijn met de participatiesamenleving – met groen aan de slag te gaan in hun directe omgeving.
Groene steden, gezonde steden
Diverse factoren bedreigen de gezondheid van de moderne (stads)mens. Onze lifestyle, wordt gekenmerkt door een zittend bestaan, te weinig lichaamsbeweging en teveel onrust, spanning en stress. Maar ook het stedelijke milieu is meestal niet erg gezond. Luchtverontreiniging is daarbij de meest voor de hand liggende bedreiging. Fijnstof wordt tegenwoordig gezien als de kwalijkste van alle veel voorkomende verontreinigingen in onze stedelijke atmosfeer. Uit recent onderzoek van de Universiteit van Utrecht blijkt dat luchtvervuiling door fijnstof – deeltjes kleiner dan 10 micrometer – leidt tot veel grotere gezondheidsrisico’s dan tot op heden werd aangenomen.
Als er een alles overheersend motief is om te pleiten voor vergroening van de stedelijke omgeving, dan is het wel de bijdrage van ‘groen’ aan de bestrijding van gezondheidsschade door slechte lucht. Bomen, heesters, maar ook planten en mossen helpen het schadelijke fijnstof uit de lucht te filteren. Drukke straten, maar ook parken en plantsoenen in de buurt van kinderspeelplaatsen en – dagverblijven en scholen, worden schoner als bomen en heesters het fijnstof en stikstofdioxide binden.